Mijn ideale fototas is gevuld met een lichtsterke 24mm en 85 mm lens, een telezoom en een supergroothoek zoom. Als ik terugkom van vakantie, is het de supergroothoek die ik het meest gebruikt heb bij het maken van mijn vakantiekiekjes. Ik heb ook wel eens geprobeerd om de set van 24 en 85 m vaste brandpunten aan te vullen met een 14mm lens. Het werkte minder goed voor mij. Te vaak wilde ik wat inzoomen als ik de 14mm er op had zitten, of uitzoomen als de 24 mm lens op de camera zat.
[widgetkit id=”554″]
Met een groothoek zoomlens maak je indrukwekkende (urban) landscapes, maar ze zijn ook ideaal voor interieur opnames. Het lijkt een trend dat ook van deze kilometervreters onder de zoomlenzen steeds lichtsterkere versies uitkomen. Dat is zeker voor interieurfotografen een welkome aanvulling. Liefhebbers van scherpe hoeken hoeven, dankzij dat stopje extra lichtsterkte, nu nog maar tot f/4 (camera’s met een micro-43 sensor) of f/5.6 (camera’s met een APS-C of volformaat sensor) te diafragmeren voor scherpe hoeken.
Met of zonder lenscorrecties?
Lensfabrikanten ontwerpen objectieven waarbij vervorming, kleurscheiding en lichtafval niet optimaal zijn gecorrigeerd. Ze gaan er van uit dat die lensfouten in de camera (bij jpg bestanden) of (voor RAW bestanden) achteraf in Lightroom of Photoshop automatisch gecorrigeerd worden. Het voordeel van deze keuze voor fabrikant en consument is dat je tegen relatief lage kosten een hoge beeldkwaliteit kan realiseren, omdat je geen dure glassoorten hoeft te gebruiken om alle lensfouten te voorkomen. Maar er zijn ook, meestal de duurdere objectieven, waar een fabrikant tot het uiterste is gegaan om lensfouten al bij het lensontwerp te voorkomen. CameraStuffReview toont tabellen en grafieken van Imatest resultaten met lenscorrecties (“in-camera jpg”) en zonder lenscorrecties (“RAW” buiten Photoshop of Lightroom om). Zo kan jij de scores gebruiken, die jouw workflow het dichtst benaderen.