
Macrofotografie is leuk. Het maakt kleine dingen groter en laat je de wereld op een hele andere manier zien. Maar gewone objectieven zijn niet geschikt om macrofoto’s te maken. Gespecialiseerde macrolenzen zijn optisch erg goed, maar daar betaal je dan ook voor. Er zijn twee oplossingen om met gewone objectieven kleine diertjes of details van dichtbij vast kunnen leggen: tussenringen en macrofilters.
Macrofilters heb je in verschillende kwaliteiten. De goedkoopste en meest simpele bestaan uit een enkel lenselement en zijn eigenlijk niet meer dan een vergrootglas in een filtervatting. Met een beetje geluk hebben ze een coating. Vaak worden ze verkocht onder de naam ‘close-up’ filter. De betere filters bestaan uit twee lenselementen. Twee merken die echt goede macrofilters bouwen zijn Marumi en Raynox. Niet voor niets zijn dit de merken die door veel macrofotografen over de hele wereld veel gebruikt worden. Beide zijn achromaten. Ze zijn optisch goed gecorrigeerd en bieden een hoge beeldkwaliteit. Qua bouwwijze zit er een verschil tussen de Marumi’s en de filters van Raynox. De Marumi’s zijn echte schroeffilters. Je koopt ze in de filtermaat van het objectief waarop je ze wil gebruiken. Of je koopt ze een of twee maatjes groter en gebruikt een step-up ring als je ze eventueel ook nog op een objectief met een andere filtermaat wil gebruiken. De Raynox filters worden geleverd met een redelijk universele adapter. De filters zijn vrij klein. Ze hebben een 49mm schroefdraad aan de voorzijde en een 43mm schroefdraad aan de achterzijde. Daarmee schroef je ze in de adapter. De adapter zelf heeft twee pootjes die je kan indrukken en die zich vastklemmen in de filterdraad van het objectief. Het bereik van de adapter is 52mm tot 67mm. Het werkt snel en simpel en maakt het bevestigen of verwisselen van de filters eenvoudig.
Om te kijken hoe goed dit werkt hebben we met twee macrofilters van Raynox een test gedaan met de Panasonic Lumix G X Vario 35-100mm f/2.8 Power O.I.S. Dit is een van de betere telezoomobjectieven voor het Micro Four Thirds systeem. Met een bereik van 70 tot 200mm (omgerekend naar kleinbeeld), een vaste lichtsterkte van f/2.8 over het hele bereik en een gewicht van toch maar 360 gram is dit een ideale telezoom om altijd en overal mee naar toe te nemen. Of eigenlijk een bijna ideale zoom. Net als veel andere 70-200mm zooms is de kortste instelafstand niet heel goed. Die is 85 cm, waarmee je een vergrotingsmaatstaf van 0,11x haalt. Voor een close portret is dat eigenlijk al niet genoeg, laat staan voor echte macrofotografie.
De filters die we getest hebben zijn de Raynox DCR-150 en de DCR-250. De DCR-150 vergroot 1,5x. De DCR-250 vergroot 2,5x. De dioptriën zijn 4.8 voor de DCR-150 en 8 voor de DCR-250. Wie echt hele kleine details wil fotograferen is met de DCR-250 dus beter af. De DCR-150 is weer iets universeler. Voor beide filters geldt dat de instelafstanden veel korter worden. Zodra je een macrofilter voor een objectief zet, verlies je de mogelijkheid om nog op oneindig scherp te stellen of zelfs maar een portretje te maken. De 35-100mm in combinatie met de DCR-150 kan in de 35mm stand onderwerpen tot 10cm groot scherp in beeld krijgen en op 100mm nog iets dat 3,5cm groot is. Grotere onderwerpen krijg je alleen maar in beeld door het filter er weer af te halen. Voor de DCR-250 zijn de afmetingen 5,4cm in de 35mm stand en 2,6cm in de 100mm stand. Die 2,6cm betekent dat je bijna een 1:1 vergrotingsfactor krijgt. Een Micro Four Thirds sensor is namelijk 24mm breed. Het scherpstelbereik is heel beperkt met de filters. Veel verschil in afbeeldingsgrootte krijg je er niet mee. Het beste is eigenlijk om de camera naar voor en achter te bewegen om je onderwerp in beeld te krijgen en de autofocus hooguit te gebruiken voor de laatste finetuning van de scherpstelling.
De bovenstaande getallen geven een indruk van de verschillen tussen de twee filters wanneer ze gebruikt worden met de Panasonic 35-100mm. Voor andere objectieven kunnen de minimale en maximale afmetingen van onderwerpen die je in beeld kan krijgen verschillen. Er zijn formules waarmee je zelf kan berekenen wat je in beeld kan krijgen. Ze staan op Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Macrofotografie
In de praktijk is het eenvoudiger om met de uiterste standen van het objectief scherp te stellen op een linaal en een foto te maken. Zo krijg je een goed idee welke sterkte je voor een bepaald onderwerp nodig hebt. Je kan daar dan zelfs een klein tabelletje van maken, inclusief de instelafstanden, zodat je direct weet hoe dichtbij je komt zodra je een van deze filters gebruikt.
De kwaliteit van de Raynox filters zijn verrassend goed. We hebben ervaring met close-up filters en die is niet heel positief. De Raynox filters zijn van een andere categorie. De scherpte blijft bijna over het hele beeldveld goed. Alleen in de uiterste hoeken loopt die iets terug. Een goed voorbeeld is de foto van de sluipwesp. De scherptediepte is gering, maar je ziet duidelijk van links naar rechts een strook door het beeld lopen die scherp is. Ook aan de randen zie je nog goede scherpe details. De Raynoxfilters scoren nog eens extra punten door het gebruiksgemak. Je kan ze heel gemakkelijk verwisselen voor meer of minder vergroting. Hierdoor kan je snel reageren op een onderwerp dat ineens opduikt en misschien niet lang blijft zitten.
Om het verschil in scherpte tussen een echt macro-objectief en een telezoom met filters te laten zien hebben we dezelfde opnames ook met de 60mm f/2.8 Macro van Olympus gemaakt. De Raynoxfilters halen net niet de beeldkwaliteit van het macro-objectief, maar het verschil is niet heel groot. Voor reproductiewerk is de 60mm macro veel beter, omdat deze echt van hoek tot hoek scherpe opnames levert. Maar in het veld zal het verschil vaak nauwelijks zichtbaar zijn. Het voordeel van een macro-objectief is dat het natuurlijk zonder enige moeite van oneindig tot 1:1 scherpstelt. Daar staat tegenover dat je de macrofilters weer met veel meer objectieven kan combineren. Heb je meer afstand nodig tot je onderwerp? Neem dan een langere (zoom)lens en zet daar het filter op. Heb je nog meer macro nodig dan 1:1? Zet het macrofilter dan op een macro-objectief. De Raynoxfilters worden ook veel gebruikt op camera’s die helemaal geen verwisselbaar objectief hebben. En wissel je van systeem, dan kan je filters gewoon blijven gebruiken. Die flexibiliteit in combinatie met een goede beeldkwaliteit en een bescheiden prijs maken duidelijk waarom deze filters behoorlijk populair zijn bij enthousiaste macrofotografen.