Hoe maak ik een fotoboek

0
CEWE blog

Je kent ze misschien nog wel, de beruchte dia-avondjes van vroeger. Je werd overspoeld door heel veel dia’s van slechts matige kwaliteit waar je beleefd naar moest kijken. En nu hebben we het digitale fotoboek. Gaat de geschiedenis zich herhalen of krijgen we mooie fotoboeken te zien? In dit artikel geef ik een aantal aanwijzingen zodat je iemand kan verrassen met een interessant fotoboek.

CEWE blog

 Kruip in de huid van de kijker

Bij het maken van een fotoboek moet je een heleboel keuzes maken. Formaat en dikte van het boek, de opmaak, de tekst en natuurlijk de foto’s zelf. Dat alles moet aansluiten bij de kijker, want die moet jouw fotoboek bekijken. Lastig is dat jij de foto’s en het verhaal erachter kent. De kijker ziet alleen maar een serie foto’s en moet daardoor geboeid worden zonder het verhaal te kennen. Een boek komt pas tot leven als het verhaal achter de foto’s zichtbaar wordt. Dat lukt pas als jij, als maker van het fotoboek, in de huid van de kijker gaat kruipen.

Volgorde van de foto’s in je boek

Je moet dus een zichtbaar verhaal maken, een beeldverhaal. Om dat beeldverhaal te krijgen, moet een boek ergens over gaan, bijvoorbeeld ‘Tuin 2007-2010’ of ‘Vakantie 2011’. Vervolgens kan dat boek opgebouwd worden uit een aantal thema’s, in het eerste voorbeeld: ‘voorjaar’, ‘zomer’ en herfst’. Je kan dan foto’s nemen die in verschillende jaren genomen zijn maar die wel in dat jaargetijde passen. Op deze manier creëer je al een zekere rust in het boek en daarmee maak je het voor de kijker al wat gemakkelijker.

Maar, wat doe je binnen zo’n serie?

Van verzameling naar een serie van foto’s

Hoe zorg je ervoor dat een serie van foto’s in een thema meer is dan een verzameling van losse foto’s? Het gaat dan om de samenhang of relatie tussen die foto’s. Er bestaan verschillende vormen van samenhang.

Hier een paar:

Ontwikkeling. Als voorbeeld hiervan de ontwikkeling van knop via blad naar vervallen blad. Het onderwerp blijft hetzelfde maar het blad verandert in de tijd. Om de eenheid te versterken zijn het alle drie zwart-wit opnamen. ontwikkeling_3
ontwikkeling_2 ontwikkeling_1
 

Stemming. Een foto kan een associatie of een emotie oproepen of kan een weergave zijn van de visie van de fotograaf. Bijvoorbeeld de verlaten mens in het stedelijk landschap. Het verlatene is de emotie en komt terug in de verschillende foto’s. De compositie is verschillend maar een vast element, lopende mensen, komt weer terug.

   
stemming_1 stemming_2
 

 

Gebruik van dezelfde beeldelementen. Een serie kan ook ontstaan door gebruik te maken van dezelfde beeldelementen zoals kleur, zwart-wit, vormen en lijnen. De serie wordt spannender als het gebruik van dit soort beeldelementen elke keer net wat anders is. In dit geval worden schuine lijnen als bepalend beeldelement gebruikt,

beeldelement_2 beeldelement_1

 

Onderwerp: Door het gelijke onderwerp kan er eveneens samenhang tussen de foto’s in een serie ontstaan. Bedenk hierbij dat jij, als fotograaf, misschien heel veel foto’s van hetzelfde onderwerp wilt laten zien maar dat dit niet altijd aansluit bij de wens van de kijker. Die heeft na een paar sterke beelden genoeg gezien.

onderwerp_1 onderwerp_2

 

Keuzes maken van de foto’s

Door de digitale fotografie maken we nu heel veel foto’s; hierdoor dreigt natuurlijk een fotoboek meteen dik te worden. Je vraagt echter van de kijker heel wat om een boek van 84 bladzijden te moeten doorworstelen, zeker als op elke bladzijde twee foto’s staan. Maar je wilde je verplaatsen in de kijker. Dan maak je een wat minder dik boek, niet van 84 bladzijden maar van bijvoorbeeld 36 bladzijden. Dat betekent dat je nog meer keuzes moet maken.

Je kunt pas keuzes maken wanneer je afstand schept tot je eigen fotowerk, een proces dat niet altijd eenvoudig is. Dit doe je door je af te vragen of de volgende foto iets nieuws laat zien; in het nieuwe zit het verrassingselement. Zeven sterk op elkaar lijkende foto’s van een diep ravijn zeggen veel minder dan twee foto’s waarvan er eentje gemaakt is vanuit een apart camerastandpunt.

Opmaak om de inhoud te versterken

Sla je een boek open dan vormen de twee bladzijden die je dan ziet een compositie. Je komt vaak in een spanningsboog te zitten tussen “saai” en “druk”. Als alle foto’s even groot afgedrukt worden met dezelfde achtergrond dan kan dat statisch en saai overkomen. Als je ook voortdurend vasthoudt aan de zogenaamde templates, de standaardopmaak van de bladzijdes, dan kan dat dodelijk zijn. Verander je echter te veel van formaat dan wordt het snel een rommeltje. Door kundig van fotoformaat te wisselen, kan je de kijker wel verrassen.

Kleur achtergrond bepaalt sfeer.   Een belangrijke functie van de achtergrond is het creëren van sfeer. Sfeer is onderdeel van het verhaal dat je wilt vertellen. Een fel oranje achtergrond roept iets vrolijks op. En is de achtergrond niet het gebruikelijke wit maar een beetje crème dan ziet het er meteen heel anders uit. achtergrond_creme
Kleur achtergrond bepaalt ons kijken
De achtergrondkleur bepaalt ook welke kleuren van de foto eruit springen. Een donkere achtergrond zorgt ervoor dat lichte kleuren naar voren komen en een lichte achtergrond zorgt ervoor dat de nadruk komt te liggen op de donkere kleuren van de foto. En om het helemaal ingewikkeld te maken, een blauwe achtergrond zorgt ervoor dat rood en oranje van de foto er extra uit knallen. Om rust te scheppen zijn op de foto’s hiernaast kleuren van de foto als achtergrondkleur genomen.
achtergrond_zwart
achtergrond_rood achtergrond_geel

 

Teksten

In een fotoboek krijgt de tekst een ondergeschikte rol. Sterker nog, allerlei bijschriften kunnen afbreuk doen aan de foto’s. Om de foto’s niet te laten ‘verpesten’ door tekst is het een optie om de bladzijden te gaan nummeren. Je kunt dan op de laatste bladzijde de korte teksten die bij de bladzijden horen plaatsen.

Als je toch van teksten houdt, maak ze kort en prettig leesbaar. Het gekozen lettertype en grootte moet zowel de tekst als het beeld ondersteunen. Er zijn lettertypen die zakelijk overkomen terwijl andere typen juist romantisch overkomen. Zwarte letters op een witte pagina komen hard over, net zoals witte letters op een zwarte pagina. Donkergrijze in plaats van zwarte en lichtgrijze in plaats van witte letters staat al veel vriendelijker.

Kortom

Bij het maken van een fotoboek komen de fotograaf, de vormgever, de tekstschrijver en de typograaf bij elkaar. Een fotoboek wordt pas echt boeiend als al deze kanten voldoende tot hun recht komen. De kijker wordt dan getrokken van foto naar foto. En het is helemaal gelukt als hij vraagt: “Wanneer komt je volgende fotoboek uit?”

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in