De Nikon 30-110 mm is in september 2011 op de markt gekomen, als 1 van de 4 lenzen voor de nieuwe Nikon 1 serie. Binnen het lenzenaanbod voor de Nikon V1 en Nikon J1 camera’s, is de Nikon 30-110 mm, die officieel NIKKOR 30-110 mm f/3.8 – 5.6 VR heet, de lens met de langste brandpuntsafstand. De Nikon 1 camera’s hebben een CX sensor met een cropfactor van 2,7, waardoor het zoombereik van de Nikon 30-110 mm overeenkomt met 80 tot 300 mm van een lens op een camera met een volformaat sensor. Voor een 300 mm is deze lens met slechts 6 centimeter erg compact.
Nikon mikt met de Nikon 1 productgroep op gebruikers die meer willen dan een compactcamera, maar die een spiegelreflexcamera te groot, te zwaar of te ingewikkeld vinden. Daarmee verschilt de strategie van Nikon met die van bijvoorbeeld Sony of Panasonic, die hun MILC camera’s (“Mirrorless Interchangeable Lens Camera”) wel degelijk zien als een alternatief voor een spiegelreflexcamera.

De Nikon 30-110 mm heeft een 3,7 x zoombereik, wat overeenkomt met een 81-297 mm zoomlens op een camera met een volformaat sensor.
Bouw en autofocus
De lens is degelijk gebouwd en de autofocus verloopt vrijwel geluidloos. De lens wordt bij transport samengedrukt door de knop op de lens in te drukken, waarna je verder kan doordraaien dan 30 mm. Bij het aanzetten van de camera wordt je gewaarschuwd dat je eerst de lens weer moet uitvouwen, waarna de lens een stuk minder compact is en zeker als je ook de zonnekap nog gebruikt (zoals je hiernaast kan zien door je muis boven de lens te houden).Nikon 30-110mm @ 110 mm f/5.6 (beelduitsnede)
Beeldstabilisatie
De camera heeft een ingebouwde beeldstabilisatie (“vibratiereductie”), die je aan of uit kan zetten via het menu, maar die helaas niet via een knop op de lens te bedienen is. De beeldstabilsatie komt in 2 smaken: “normal” en “active” (in het plaatje hiernaast aangeduid met “VR high”). Beiden zijn effectief. Je wint minimaal 2 stops door de beeldstabilisatie aan te zetten. De Imatesten meetresultaten zijn hiernaast uitgezet in een grafiekje.
Lichtafval
De lichtafval van jpg bestanden bedraagt, bij volle opening, voor alle brandpuntsafstanden minder dan 1 stop. Boven diafragma 5.6 is dat minder dan een halve stop. Nikon corrigeert de jpg bestanden op lichtafval: bij 30 mm bedraagt de lichtafval bij volle opening 1,1 stops (jpg) vs 0,9 (RAW) en bij 110 mm 0,2 stops (jpg) vs 0,46 (RAW). In-camera correctie van de lichtafval is een goed idee voor de doelgroep van deze lens, die waarschijnlijk niet het lichtafval achteraf via beeldbewerking wil corrigeren.
Het zijn eigenlijk alleen de uiterste hoeken waar je in de praktijk bij volle opening af en toe lichtafval kunt tegenkomen.
Houd je muis boven deze foto van een grijze wolkenlucht voor een opname waar we de lichtafval ter illustratie versterkt hebben door in Photoshop het contrast te verhogen. Dat gebeurt ook veel in de praktijk: opnames met een laag contrast worden vaak bewerkt met Niveaus of Curves.
Vervorming
Bij 30 mm is de kussenvormige vervorming zo groot, dat het duidelijk zichtbaar is. Bij langere brandpuntsafstanden slaat de vervorming om naar tonvormig, maar dat is veel minder storend aanwezig.
Bokeh
Een camera met een kleine sensor vertoont zo veel scherptediepte, dat je in de praktijk niet veel bokeh tegen zult komen. Maar als je het tegenkomt bij de Nikon 30-110 mm, dan is de bokeh rustig. De opname hiernaast is gemaakt bij 400 ISO en daar wordt in de donkere partijen ook wat ruis zichtbaar, die er nog heel rustig uitziet.
Houd je muis boven het plaatje om een 100% beelduitsnede van de Bokeh onder de rode bessen boven in het beeld te bekijken.
Overstraling
De Nikon 30-110 mm heeft met 18 elementen in 12 groepen een complex ontwerp en kan daardoor gevoeliger zijn voor interne reflecties. Bij het testen op overstraling zijn we in extreme tegenlichtsituaties lichte overstraling en ghosting tegengekomen. Opvallender is dat je in dergelijke situaties blooming van de sensor of purple fringing tegen kan komen (plaatje hier linksonder). Als er veel te veel licht op een pixel valt, lekt een deel van het signaal naar naburige pixels, wat paarse vlekken tot gevolg heeft.
Scherpte
De scherpte van dit objectief blijft mooi constant van het centrum tot in de hoeken. Als je het scheidend vermogen van de Nikon 30-110 mm vergelijkt met objectieven op spiegelreflexcamera’s met een APS-C sensor, dan zit dit objectief in de middenmoot. Dat is een goede prestatie voor zo’n kleine en goedkope lens. De hoogste scherpte wordt al bereikt bij volle opening, om boven diafragma 5.6 af te nemen ten gevolge van diffractie. Bij de langste brandpuntsafstand verliest de Nikon 30-110 mm duidelijk aan scherpte, maar dat geldt voor de meeste goedkope telezoomlenzen.
Klik op de grafiek om ook de grafieken voor de andere brandpuntsafstanden te bekijken.
Chromatische aberratie
De chromatische aberratie is in de jpg bestanden die we geanalyseerd hebben, ruim voldoende onder controle gehouden. Ook in de praktijktest zijn we geen chromatische aberratie tegengekomen.
Conclusie NIKKOR 30-110 mm 3.8 – 5.6 VR review
Voordelen
- Hoge scherpte op uiterste telestand na
- Compact gebouwd, met name in de transport stand
- Ingebouwde, effectieve beeldstabilisatie
Nadelen
- Zichtbare vervorming, met name bij 30 mm
- Hoge lichtafval bij volle opening
- Lagere scherpte bij de langste brandpuntsafstand
{insertgrid=344}{insertgrid=345}{insertgrid=343}Met zijn compacte afmetingen, lage gewicht, lage prijs en redelijk goede prestaties zal deze lens de doelgroep zeker aanspreken. De scherpte van dit objectief blijft mooi constant van het centrum tot in de hoeken. Als je het scheidend vermogen van de Nikon 30-110 mm vergelijkt met objectieven op spiegelreflexcamera’s met een APS-C sensor, dan komt presteert dit objectief mee in de middenmoot. Dat is een goede prestatie voor zo’n kleine en goedkope lens.
De nadelen van deze lens, vervorming bij 30 mm en lichtafval bij volle opening, zijn achteraf goed te corrigeren in een fotobewerkingsprogramma. Maar het is de vraag of de doelgroep van deze lens dat zal gaan doen. De afnemende scherpte bij de langste brandpuntsafstand, vind je bij de meeste goedkope telezoomlenzen. Je kan niet alles hebben.