Macrofotografie is leuk. Het maakt kleine dingen groter en laat je de wereld op een hele andere manier zien. Maar gewone objectieven zijn niet geschikt om macrofoto’s te maken. Gespecialiseerde macrolenzen zijn optisch erg goed, maar daar betaal je dan ook voor. Er zijn twee oplossingen om met gewone objectieven kleine diertjes of details van dichtbij vast kunnen leggen: tussenringen en macrofilters.
Tussenringen zijn eenvoudige ringen die je in verschillende diktes kan krijgen. Er zit geen glas in. Ze zijn al decennia lang een simpele oplossing om het macrobereik van objectieven te vergroten. Het principe is simpel. Als je dichtbij scherpstelt wordt de afstand tussen het objectief en de sensor steeds groter. Daar zit natuurlijk een grens aan. Macrolenzen zijn om twee redenen beter voor dichtbij opnames. Ten eerste zijn ze speciaal ontworpen voor dichtbij gebruik. En ten tweede kunnen ze gewoon dichterbij scherpstellen doordat de scherpstelslag langer is dan bij gewone objectieven. Door een tussenring tussen de camera en het objectief te zetten, verleng je als het ware de scherpstelslag. Hierdoor kan je dichterbij scherpstellen. Hoe langer de tussenring, hoe dichterbij je kan komen en hoe groter je onderwerp wordt afgebeeld.
Om te kijken hoe goed dit werkt hebben we een test gedaan met de Panasonic Lumix G X Vario 35-100mm f/2.8 Power O.I.S. Dit is een van de betere telezoomobjectieven voor het Micro Four Thirds systeem. Met een bereik van 70 tot 200mm (omgerekend naar kleinbeeld), een vaste lichtsterkte van f/2.8 over het hele bereik en een gewicht van toch maar 360 gram is dit een ideale telezoom om altijd en overal mee naar toe te nemen. Of eigenlijk een bijna ideale zoom. Net als veel andere 70-200mm zooms is de kortste instelafstand niet heel goed. Die is 85 cm, waarmee je een vergrotingsmaatstaf van 0,11x haalt. Voor een close portret is dat eigenlijk al niet genoeg, laat staan voor echte macrofotografie.
Voor het Micro Four Thirds systeem zijn verschillende merken tussenringen verkrijgbaar. Waar je bij aanschaf op moet letten is dat het tussenringen zijn die de elektronische communicatie tussen de camera en het objectief in stand houden. Anders raak je bijvoorbeeld de diafragmasturing en de autofocus kwijt. We testten een set van Kenko, bestaande uit twee ringen van 10mm en 16mm. Het eerste wat je merkt zodra je een tussenring bevestigd is dat je niet meer op oneindig kan scherpstellen. Met de 10 mm tussenring krijg je met de scherpstelling op oneindig ongeveer hetzelfde in beeld als met de 35-100mm zonder tussenring op dichtbij. Je kan dan nog wel dichterbij en alles groter in beeld brengen, maar alles dat verder weg ligt krijg je niet meer scherp. Je scherpstelgebied wordt dus heel beperkt wanneer je een tussenring gebruikt. Bij de 16mm tussenring is dit effect nog sterker. Je kan dan alleen nog maar scherpstellen in een gebied dat je met de 35-100mm zonder tussenring niet kan bereiken.
Wil je succesvol werken met tussenringen dan helpt het om een lijstje te maken met de instelafstanden en de afmetingen van het vlak dat je dan in beeld krijgt. Zo kan je van te voren snel inschatten welke maat tussenring je voor een bepaald onderwerp nodig hebt. Het wisselen van tussenringen gaat op zich wel snel, maar je moet er wel iedere keer je objectief voor verwijderen. Met de 10mm tussenring in combinatie met de 35-100mm kan je globaal onderwerpen tussen de 20 en de 7 cm groot fotograferen. Met de 16mm kan je nog dichterbij zodat je onderwerpen met een afmeting van 5cm beeldvullend kan krijgen. De afbeeldingsmaatstaf is dan ongeveer 0,4x. Dat is nog niet echt macro, dat begint eigenlijk pas bij 1:1. Maar het is wel een heel stuk beter dan je met de 35-100mm kan doen zonder de tussenringen. En het biedt je de mogelijkheid om voor weinig geld en een beetje extra gewicht de mogelijkheden van de Lumix G X Vario 35-100mm behoorlijk uit te breiden.
Wat je wint aan bereik verlies je wel een beetje aan beeldkwaliteit. Wanneer je de tussenringen gebruikt, wordt duidelijk waarom Panasonic dit objectief niet veel dichterbij laat scherpstellen. Het is er nu eenmaal niet voor ontworpen en de beeldkwaliteit wordt minder wanneer je dat met behulp van tussenringen toch doet. De centrumscherpte blijft redelijk, maar hoe dichterbij je komt, hoe meer het beeld naar de hoeken toe weg loopt. Zelfs bij f/8 is het onmogelijk om de hoeken nog scherp te krijgen. Wanneer je driedimensionale onderwerpen fotografeert hoeft dat niet zo’n probleem te zijn. De scherptediepte is toch zo klein is dat je nooit alles scherp krijgt. Maar je ziet het wel heel duidelijk wanneer je onderwerp een plat vlak is.
Om het verschil in scherpte tussen een echt macro-objectief en een telezoom met tussenringen te laten zien hebben we dezelfde opnames ook met de 60mm f/2.8 Macro van Olympus gemaakt.
In deel 2 testen we de combinatie van de Lumix G Vario 35-100mm f/2.8 met macrofilters van Raynox.