De Nikon J3 is een van de kleinste camera’s ter wereld met een verwisselbare lens. De compactheid van de body hangt samen met de relatief kleine sensor (ca 13 x 9 mm). Nikon noemt dit het CX-formaat. De AF is minstens net zo snel als van een spiegelreflexcamera en dat geldt ook voor de beeldkwaliteit. Als je niet je toevlucht hoeft te nemen tot de hoogste ISO-instellingen, is de beeldkwaliteit zeer goed.
Ondanks het kleine formaat zit er toch nog een uitklapbaar flitsertje in. Er is geen accessoireschoen voor bijvoorbeeld een opsteek-GPS, en ook geen ingebouwde WiFi. De J3 (die dezelfde sensor gebruikt als de Nikon 1 V2) blinkt uit door een snelle AF, een extreem korte ontspanvertraging, een zeer snelle sluiter (1/16.000 seconde) en een hoge continusnelheid van 60 beelden per seconde.
Hij werkt het prettigst met alles op de automaat
Nikon J3 versus Nikon J2
De verschillen tussen de J3 en zijn voorganger de J2 zijn met een lampje te zoeken. De grootste vooruitgang zit in de sensor, die nu 14 megapixels telt (was 10). Het pixelaantal is 3456 x 2304, met de klassieke lengte/breedteverhouding van 3:2. De ingebouwde flitser komt nu vanzelf omhoog als de camera daarom vraagt, maar het mechanisme is veranderd: niet meer de fraaie ‘zuil’ maar een wat simpeler scharnier. De flitser komt ook minder ver omhoog dan bij de J2, wat zou kunnen leiden tot wat meer rode ogen.
De ergonomie is wat verbeterd. De draaischijf zat bij de J2 achterop de camera en nu bovenop. Verder heeft de J3 één standje meer in de continustand: 5 bps is toegevoegd.
Opmerkelijk is dat de J3 kleiner en lichter is dan de J2: 101 x 60 x 29 mm en een gewicht schietklaar van 244 g. Dat was 280 voor de J2.
De concurrenten
Elk respectabel merk heeft tegenwoordig wel een reeks compactcamera’s met verwisselbare lens. Concurrenten van de Nikon 1 J3 zijn bijvoorbeeld de modellen met een micro-four thirds (FT) of een APS-C sensor, zoals de Panasonic GM1 of de Sony NEX serie. De sensoren van die camera’s zijn groter. Het FT-formaat is in vierkante millimeters tweemaal, en het APS-C formaat zelfs driemaal zo groot zo groot als het CX-formaat. Het is onvermijdelijk: dat ga je onder bepaalde omstandigheden in de beeldkwaliteit merken. Daar staat tegenover dat die camera’s zelf ook groter en zwaarder zijn dat de J3.
De J3 heeft minder mogelijkheden dan de al genoemde camera’s, maar is ook goedkoper. In feite is de Nikon J3 een van de laagst geprijsde systeemcamera’s met verwisselbare lens.
Een nadeel van het Nikon 1 systeem is dat het niet, zoals Micro Four Thirds, een ‘open’ systeem is. Je bent voor de lenzen aangewezen op een beperkter arsenaal aan objectieven van het eigen merk.
Vormgeving en bediening
De vormgeving van de Nikon 1 serie heeft ongetwijfeld bijgedragen tot het succes. Het is een van de best verkopende systeemcamera’s. Vooral in de witte uitvoering oogt de camera adembenemend, maar zelfs in traditioneel zwart is het een beauty. De meeste lenzen zijn zowel in zwart als in wit leverbaar en vallen dus niet uit de toon. De body voelt degelijk en stroef aan.
Als gevolg van het compacte formaat is naast het LCD-scherm nog maar weinig ruimte voor knoppen, en gaat de bediening grotendeels via menu’s. Op de achterzijde vind je een vierwegschakelaar en knopjes voor de weergave, het menu en de prullenbak. Bovenop het camerahuisje zitten de ontspanknop, een aparte start/stopknop voor de filmfunctie, en een draaischijf. Met die draaischijf bedien je een aantal voorkeurstanden, maar niet bijvoorbeeld sluitertijd- of diafragma voorkeuze. Merkwaardig genoeg moet je daarvoor in het ‘creative’ menu duiken. Nog uitzonderlijker is de plaats voor het veranderen van de ISO-setting: die zit in het menu ‘beeldverwerking’! Je moet er maar op komen. Het geeft al aan dat deze camera vooral bedoeld is voor de plaatjesschieter die zich niet om technische details wil bekommeren. De camera werkt het prettigst op de automaatstand en zit er dan maar hoogst zelden ‘naast’. De techno-freak die zelf invloed op de instellingen wil uitoefenen kàn dat wel, maar moet er wel moeite voor doen.
Een aantal menustanden worden op het LCD-scherm met ‘tegeltjes’ weergegeven, maar het scherm is géén aanraakscherm, je moet met de vierwegschakelaar door de plaatjes scrollen en op OK drukken. Leuk vinden wij de panoramastand, waarmee je zonder moeite 180 graden panorama’s kunt maken.
Snelheid en ontspanvertraging
Nikon geeft hoog op over de snelheid van de 1-serie. En terecht. De opstartvertraging is gering, maar hou er wel rekening mee dat de lens eerst moet worden ‘uitgeklapt’. Dat kost een paar seconden. Met de camera ingeschakeld en scherpgesteld is de ontspanvertraging ongeveer 0,04 seconden. Dat is uitzonderlijk gering. Zelfs als eerst nog moet worden scherpgesteld is de vertraging toch niet meer dan 0,2 seconden.
Dat is onder meer het gevolg van een zeer geavanceerd autofocussysteem. Er zijn ‘linkskijkende’ en ‘rechtskijkende’ pixels (zie voor een technische uitleg ons artikel over fasedetectie-AF), die, samen met het klassieke contrastdetectiesysteem, zorgen voor een niet alleen snelle maar ook betrouwbare scherpstelling. Handig is ook dat de autofocus bij het filmen even goed en snel blijft werken. Er zijn heel veel spiegelreflexcamera’s die de Nikon J3 op dit punt niet evenaren.
In de continustand kunnen maximaal 20 opnames (JPEG Large/Fine) gemaakt worden. In de snelste stand doet de camera dat in 0,3 seconden, dat is dus 60 frames/seconde. Een zeer hoge continusnelheid dus. Veel praktischer is een wat langzamere frame rate (de camera kent er vier: 5, 15, 30 en 60 bps), omdat je dan een grotere tijdsperiode kunt coveren. De kortste sluitertijd is 1/16.000 seconde (zie foto rechts).
In de ‘best shot’ modus, op te roepen via de draaischijf, maakt de camera 20 beelden met 30 bps; die kun je achter elkaar afspelen en de beste selecteren en opslaan door op de ontspanknop te drukken. Een handige manier om de continustand te gebruiken. In de ‘slimme’ modus kun je de selectie zelfs aan de camera zelf overlaten, maar het is onduidelijk op welke criteria die selectie dan precies wordt gebaseerd.
Scherpte: resolutie Nikon J3
De resolutie van de Nikon J3 wordt bepaald door de sensor, en die is identiek aan die van de V2. Wie het naadje van de kous wil weten, raadplege daarom even onze test van die camera. Dat een grotere sensor in de meeste gevallen wel tot de meeste detailscherpte leidt, zie je hieronder, waar we identieke opnames gemaakt hebben met de J3 (links) en met de Four Thirds Panasonic GM1 (rechts). De ISO stond op 200. Uiteraard zijn de afbeeldingen uitsnedes, in dit geval 10% van de volledige beeldlengte. Op 100% afgedrukt zou deze foto posterformaat hebben. De beeldkwaliteit is dus zeer goed.
Dynamisch bereik Nikon J3
De Nikon 1 camera’s hebben een fors grotere sensor dan compact camera’s. Dat heeft een positief effect op het dynamisch bereik. In vergelijking met compact camera’s is het dynamisch bereik van de Nikon J3 lekker groot. Onderstaande praktijkopname vertoont een zeer groot contrast, maar aan het histogram kan je zien dat er vrijwel geen onderbelichting van schaduwpartijen en overbelichting van hooglichten optreedt. Lightroom markeert de overbelichte gedeeltes met rood. Die waren in RAW nog eenvoudig te herstellen. Met een compactcamera was dat zeker niet gelukt.
Het bruikbare dynamische bereik dat wij hebben gemeten voor een 160 ISO RAW bestand (zonder ruisonderdrukking), was iets (0,3 stops) lager dan we hebben gemeten voor de Nikon V2. Ook voor de jpg bestanden hebben we voor de J3 een iets lager bruikbaar (met een betere signaal ruis-verhouding) dynamisch bereik gemeten. Dat verschil zal je in de praktijk niet zien.Dynamisch bereik in de praktijk. Op deze opname is de zon vol in beeld. Er is een kleine groene vlek onderin te zien als gevolg van lens-flare; dat is onder deze omstandigheden bepaald geen schande. Toch zijn zowel de schaduwen van de schepen als de wolkenpartijen nog goed doortekend. Alles stond op de automaat.
ISO-gevoeligheid
De hoogste ISO-gevoeligheid is 6400. Dit is een ‘echte’ ISO, geen ‘uitgebreide’, zoals je vaak bij spiegelreflexcamera’s aantreft. Met die instelling is een kleinere sensor zoals die van de J3 natuurlijk niet op zijn best. Het maken van landschapsopnames bij ISO 6400 is niet aan te raden. Maar om het verschil te laten zien, maakten we twee opnames van exact hetzelfde standpunt met ISO 6400 (links) en ISO 400 (rechts). De ISO-6400 opname is wollig, vertoont ruis en de originele kleuren hebben hun levendigheid verloren. Zo’n instelling is er dan ook alleen voor de noodgevallen. Lagere ISO’s kan natuurlijk ook, maar het beeld wordt dan niet beter.
Kleurweergave Nikon J3
De kleurweergave van moderne camera’s ligt enorm dicht bij elkaar tegebwoordig. Ook de Nikon J3 levert bij daglicht opnames met een goede kleurweergave. De kleurafwijking (Delta E 94) is klein voor zowel een in Lightroom geconverteerd RAW bestand als voor een jpg bestand (neutral) rechtstreeks uit de camera. De automatische witbalans van de Nikon J3 doet zijn werk net goed als een spiegelreflexcamera. Bij kunstlichtopnames is de afwijking van zowel de RAW als jpg bestanden duidelijk zichtbaar, net als bij alle andere camera’s.
Conclusie Nikon J3 review
Voordelen
- supercompact en licht in gewicht
- snel in elk opzicht
- fraai uiterlijk
- zeer geschikt voor wie zich niet in technische zaken wil verdiepen
- goede prijs/kwaliteitsverhouding
Nadelen
- hoogste ISO-instellingen alleen voor noodgevallen
- sluiter- en diafragma-instellingen lopen via menu
- ISO-instelling lastig toegankelijk
- Geen WiFi, geen accessoireschoen
De Nikon 1 J3 is een camera voor de familiepraktijk, een superkleine huisvriend die je altijd bij je hebt. Aanzetten, lens uitdraaien en schieten. Ben je een serieuze fotograaf die zelf invloed op het beeld wilt uitoefenen, dan is de V-serie van Nikon met electronische zoeker een betere keuze. Bij de Nikon J3 is het niet zo makkelijk om zaken als sluitertijd en diafragma naar je hand te zetten. De sensor van een Nikon 1 camera is groter dan de sensor van een compactcamera, waardoor de beeldkwaliteit beter is dan van een compactcamera. In vergelijking met een spiegelreflexcamera is de sensor echter weer kleiner. Het nadeel van het kleine sensorformaat is dat de beeldkwaliteit in vergelijking met spiegelreflexcamera’s bij hoge ISO’s wat achterblijft.