Resolutie, ruis en autofocus hebben invloed op de beeldkwaliteit van een camera. We meten deze cameraeigenschappen telkensop dezelfde manier. Meetresultaten vatten we samen in grafiekjes en tabellen, waarmee je de beeldkwaliteit van camera’s kan vergelijken. Misschien vraag je je af hoe die getallen en ingewikkelde grafieken je kunnen helpen bij jouw camerakeuze. |
![]() |
Wij zijn er van overtuigd dat het belangrijk is om te meten, want meetwaarden hebben een directe relatie met de praktijk. Uit ervaring weten we bijvoorbeeld dat als de ruis minder dan 2,5 % bedraagt, er een foto op A3+ formaat afgedrukt kan worden zonder dat de ruis als storend ervaren wordt. Daarbij maakt het niet uit met welke camera die foto gemaakt is. Een getraind oog zal een kleurverschil van 2 Delta E 94 opmerken, maar een gemiddeld oog zal pas een kleurverschil van 6 Delta E 94 onderscheiden. Meetresultaten en grafieken hebben dus een voorspellende waarde. Waar mogelijk beelden we in de testrapporten foto’s af, die je – net als de cijfers en grafieken – helpen om te bepalen welke lens of camera voor jou het meest geschikt is qua prijs en kwaliteit.
Resolutie van de sensor
Voor de resolutiemetingen maken we gebruik van de Imatest software. De camera wordt voor de test voorzien van een lens met een zo hoog mogelijk scheidend vermogen, gediafragmeerd tot het optimale diafragma. Hiernaast staat een illustratie met de resolutiemeting van een aantal jpg-bestanden van de Canon 5D MK2, gemeten bij verschillende ISO instellingen. De metingen zijn weergegeven in de vorm van balkjes. Hoe hoger het balkje, des te beter de camera. | ![]() |
Links naast de balkjes zie je een schaalverdeling met een kleurenschaal die je helpt bij de interpretatie van de getallen. De kleurenschaal verlooopt van rood (slecht) naar groen (goed). Om de invloed van de lens op de prestatie van de camera zo veel mogelijk te beperken, meten we de resolutie bij de cameratest alleen in het centrum. Dat levert soms verschillen op met de resolutiemetingen van een lens, waar ook de resolutie in de hoeken en aan de randen van het beeld worden meegenomen (Hoe we lenzen testen). Omdat de resolutie van een afbeelding sterk afhankelijk is van de beeldbewerking, meten we de resolutie van een camera op 2 manieren:
- We meten de resolutie van jpg-bestanden die standaard uit de camera komen, waarbij de camera zo min mogelijk bewerkingen (verscherping, contrast, kleuraanpassingen) uitvoert op het bestand. We houden de camerainstellingen per merk zo constant mogelijk. De voorkeursinstellingen voor jpg bestanden en de bijbehorende mate van beeldbewerking verschilt per cameramerk; soms aanzienlijk. Ieder afzonderlijk cameramerk biedt ook nog meerdere keuzes voor jpg bestanden (natural, standard, faithful, etc.). Daarom kan je de resolutie van verschillende merken camera’s niet vergelijken aan de hand van de gemeten resolutie van jpg bestanden. De meetwaarden van de jpg bestanden zijn wel goed te gebruiken om de prestaties van verschillende lenzen, getest op een camerabody van 1 merk, met elkaar te vergelijken. Vergelijking van de resolutie van een jpg bestand met de resolutie van een RAW-bestand geeft ook een goede indruk van de scherpte-indruk van de jpg-bestanden die in de camera worden opgeslagen.
- We meten de resolutie van RAW bestanden van alle camera’s door ze in Lightroom op dezelfde manier te bewerken. We gebruiken geen ruisonderdrukking voor de RAW-bestanden. Daardoor behoud je de hoogst mogelijke detaillering in de opnames (3000 LW/PH), terwijl de ruis weliswaar meetbaar, maar niet zichtbaar is in een print. In het algemeen is de scherpte-indruk van de RAW-bestanden hoger dan van de jpg-bestanden. De gemeten resolutie van de RAW-bestanden is te gebruiken om de resolutie met andere (merken) camera’s te vergelijken.
Het is de dagelijkse praktijk die telt
![]() |
![]() |
Uiteindelijk gaat het ons allemaal om de prestaties van een camera in de praktijk. Bij ieder testonderdeel laten we daarom zien wat de testresultaten betekenen voor de dagelijkse fotopraktijk. Een met Imatest gemeten verschil in resolutie is ook met het blote oog waarneembaar. Hier zie je dezelfde ijsvogel; links gefotografeerd met een resolutie van 2000 lijnen per beeldhoogte (LW/PH) en rechts met een resolutie van 3000 LW/PH.
Dynamisch bereik van de sensor
Hoe beter een camera in staat is om zowel schaduwpartijen als hooglichten in 1 opname goed te belichten, des te beter is het dynamisch bereik van die camera. We drukken het dynamisch bereik van een camera uit in in stops. We meten het totale dynamisch bereik van een camera door een grijstrap te fotograferen, waarvan het witste vlakje 14 stops lichter is dan het donkerste vlakje. Helaas zijn niet alle stops van het totale dynamische bereik bruikbaar voor een foto. | ![]() |
Een slechte signaal/ruis verhouding in de schaduwpartijen reduceert het dynamische bereik namelijk aanzienlijk. HDR fotografen, die met HDR software de schaduwpartijen lichter maken, kunnen meepraten over de problemen van te veel ruis in de schaduwpartijen. | |
Als “Bruikbaar Dynamisch Bereik van een camera” rapporteren we het aantal zones/stops waar de ruis minder dan 10% bedraagt. Het bruikbare dynamische bereik ligt daarom, afhankelijk van camera en ISO instelling, vaak 4 of meer stops lager dan het totale dynamische bereik. Het lijkt misschien niet zo, maar dit is een strenge norm. Als het nodig is, zijn wij dat ook. De jpg-bestanden presteren, door in-camera ruisonderdrukking, schijnbaar beter qua bruikbaar dynamisch bereik dan de RAW-bestanden. Toch is dat niet zo. We gebruiken bewust geen ruisonderdrukking voor de RAW-bestanden, terwijl de camera de ruis onderdrukt in de jpg-bestanden. Als je zorgvuldig contrast, verscherping en ruisonderdrukking van RAW-bestanden optimaliseert, is het mogelijk om voor RAW-bestanden een bruikbaar dynamisch bereik te realiseren, dat beter of gelijk is aan dat van de jpg-bestanden. | ![]() |
Ruis
![]() |
![]() |
Ook de ruis van een camera meten we met behulp van Imatest software. De hoeveelheid ruis die we meten in een grijstrap wordt uitgedrukt in procenten. Hoe hoger de meetwaarde, des te slechter. Tevens laten we stukjes van een grijskaart zien, waarmee je met eigen ogen kan zien hoe een gemeten hoeveelheid van bijna 4 % (bij 6400 ISO in bovenstaand plaatje) zich verhoudt tot een gemeten ruis van 7% (25.600 ISO in bovenstaand plaatje). De jpg-bestanden presteren, door in-camera ruisonderdrukking, schijnbaar beter qua ruis dan de RAW-bestanden. Toch is dat niet zo, want we testen de RAW-bestanden expres zonder ruisonderdrukking te gebruiken. Door de metingen van de ruis in de RAW-bestanden te vergelijken met de metingen van de ruis in de jpg-bestanden, kom je te weten in welke mate de camera ruisonderdrukking toepast bij het opslaan van jpg-bestanden. De ruismeting van een RAW-bestand is dus een worst case. In de praktijk zal je zelf contrast, verscherping en ruisonderdrukking van RAW-bestanden toepassen, waardoor je minder ruis zal zien in jouw RAW-opnames. Of de hoeveelheid ruis in jouw bewerkte RAW-bestanden minder is dan in jpg-bestanden, hangt af van vele parameters zoals het merk en type camera, de software die je gebruikt en jouw vaardigheden om foto’s te bewerken. In theorie hebben RAW-bestanden met goed gedoseerde ruisonderdrukking een hogere kwaliteit dan jpg-bestanden, maar soms zijn de verschillen zo klein dat je het niet ziet.
Kleurweergave
De ICE (International Commission on Illumination) heeft een aantal modellen bedacht, waarmee je kleuren en kleurverschillen kan beschrijven. Wij meten het kleurverschil “Delta E94”, waarbij de E staat voor het Duitse “Empfindung” (vrij vertaald: waarneming). Bij Delta E94 geldt (in tegenstelling tot Delta ab, een verouderde eenheid die je nog wel eens tegenkomt op fotowebsites en in fototijdschriften) dat de hoogte van de meetwaarde correspondeert met onze waarneming: twee keer zo hoog betekent ook een twee keer zo groot verschil. In het plaatje hiernaast zie je de meetresultaten voor de kleurnauwkeurigheid bij kunstlicht van een camera (de rondjes) vergeleken met de ideale waarde (de vierkantjes). Hoe verder een vierkantjes van het rondje is verwijderd, des te groter het kleurverschil tussen camera en werkelijkheid. Hoe verder een vierkantje of rondje van het centrum afligt, des te verzadigder (‘feller”) is de kleur. In het plaatje hiernaast zie je een forse roodzweem (alle rondjes liggen rechtsboven het bijbehorende vierkantje) |
![]() |
Een andere manier waarop we de gemeten kleurverschillen laten zien, is een kleurenkaart waarbij de bovenste schuine helft overeenkomt met de referentiekleur en de onderste schuine helft het resultaat van de camera laat zien. Onder de kleurenkaart geven we een samenvatting van de meetresultaten. Het kleinste kleurverschil dat een erg goed menselijk oog kan zien als die twee felgekleurde vlakjes naast elkaar ziet, is ongeveer 1 delta-E94. Maar het menselijke oog is veel gevoeliger voor kleurzwemen in grijsniveaus en middentonen. In de grijstrap zal een ongeoefende kijker een verschil van 0,5 Delta-E94 al kunnen opmerken.Omdat we onze opnames meestal niet direct naast het origineel kunnen leggen om eventuele kleurverschillen te ontdekken, mag je er van uitgaan dat een gemiddelde Delta-E94 voor een camera van minder dan 6 een uitstekend resultaat is.
|
![]() Kleurweergave (Delta-E94) bij kunstlicht
|
Autofocus snelheid
De snelheid van de autofocus hangt af van de combinatie van camera en lens. Voor de cameratest maken we gebruik van een lens die goed scoorde in onze lenzentesten. De manier waarop de autofocus wordt getest, staat beschreven in Hoe we lenzen testen.
Autofocus nauwkeurigheid
De meeste fotografen vertrouwen blind op de autofocus als ze willen scherp stellen. Op zich is dat begrijpelijk, want camera’s stellen veel sneller scherp, dan dat je zelf scherp kan stellen. Wij testen de AF nauwkeurigheid door een camera met AF eerst 10 keer vanaf oneindig scherp te laten stellen op een voorwerp dat een paar meter van de camera is verwijderd en telkens een foto te maken. We herhalen dit nog 10 keer, door vanaf de dichtste scherpstelinstelling opnieuw met behulp van de AF op hetzelfde voorwerp scherp te stellen en een foto te maken. We vergelijken de scherpte van deze 20 opnames om een uitspraak te doen over de nauwkeurigheid van de autofocus. De nauwkeurigheid van de autofocus is overigens niet alleen afhankelijk van de camera, maar ook van de gebruikte lens en het gekozen scherpstelpunt. We testen altijd op basis van het centrale scherpstelpunt. Voor de cameartesten kiezen we een objectief die in de lenstesten goed hebben gescoord op het onderdeel autofocusnauwkeurigheid.
Autofocus Tracking
Het continu volgen van een bewegend onderwerp terwijl je een serie foto’s maakt, is 1 van de zwaardere testen voor een autofocus. Op dit moment fotograferen we een treintje dat recht op de camera komt aangereden. We kijken vervolgens of het gelukt is om een scherpe serie met opnames te maken. Misschien als de AF van camera’s beter wordt, dat we dit testonderdeel zwaarder gaan maken.
Beeldstabilisatie
Om een scherpe foto te krijgen moet de camera voldoende stil gehouden worden. Hoe hoger de resolutie van een camera, of de brandpuntsafstand van een lens, des te belangrijker het wordt om de camera goed stil te houden. Om je daarbij te helpen, kan je gebruik maken van beeldstabilisatie. Sommige merken (Canon, Nikon, Panasonic) hebben de beeldstabilisatie ingebouwd in de objectieven. Andere merken (Olympus, Sony, Pentax) hebben de beeldstabilisatie ingebouwd in de camerabody. De effectiviteit van de beeldstabilisatie hangt af van zowel de camera als de lens die je gebruikt. We hebben er voor gekozen om de beeldstabilisatie te bespreken bij de lenstesten, onafhankelijk van het feit of de stabilisatie in feite in de lens of in de camerabodt plaatsvindt. Hierdoor kan je de prestaties van verschillende camera’s en lenzen beter met elkaar vergelijken.