Wat is belangrijk naast beeldkwaliteit?

- Brandpuntsafstand
- Lichtsterkte
- Bouwkwaliteit
- Autofocus en scherpstelring
- Beeldstabilisatie
“You can have it good, fast or cheap. Pick any two”.
Lensvatting en sensorgrootte
Extra’

Kies de juiste lensvatting
Geheimtaal voor lenzen: veel merken vermelden in de type-aanduiding voor welke sensor een lens is ontworpen: Lenzen voor een camera met een vol formaat sensor- EF voor Canon lenzen
- DG voor Sigma lenzen
- Di voor Tamron lenzen
- FE voor Sony lenzen
- EF-S voor Canon lenzen
- DX voor Nikon lenzen
- DC voor Sigma lenzen
- Di-II voor Tamron lenzen
- DT voor Sony lenzen
Brandpuntsafstand en sensorgrootte




- Hoe groter de brandpuntsafstand, des te dichter je een onderwerp naar je toehaalt.
- Hoe kleiner de brandpuntsafstand, des te meer je op een foto krijgt.
Andere factoren die bepalen hoe veel er op een foto komt, zijn de afstand waarop een foto genomen wordt en de grootte van de sensor. Hieronder zie je het beeld dat door de sensor wordt vastgelegd als je dezelfde 50 mm lens zou gebruiken op een camera met een volformaat sensor, een APS-C sensor, of via een adapter op een camera met een micro-43 sensor of een Nikon 1 sensor. Hoe kleiner de sensor, des te meer licht er naast de sensor valt. Het beeld van de donkere molen is op alle sensoren even groot. Wil je de opnames beeldvullend op een scherm bekijken, dan moet je de opname gemaakt met de APS-C sensor 1.5x vergroten, het beeld met de micro-43 sensor 2x; en de opname gemaakt met de Nikon 1 camera 3,7 keer. Je hebt met de kleinere sensoren een beelduitsnede (in het Engels: crop) gemaakt van het hele beeld. De factor waarmee het beeld vergroot moet worden om er net zo uit te zien als een opname gemaakt met een volformaat sensor, heet de crop-factor.

Waarom een kleinere sensor meer scherptediepte geeft
Scherptediepte is de afstand voor en achter het onderwerp, die scherp in beeld komt.
Wil je op een camera met een kleinere sensor even veel vastleggen als met een volformaat sensor, dan moet je een kortere brandpuntsafstand gebruiken op de camera met de kleinere sensor. Hoe korter de brandpuntsafstand, des te groter de scherptediepte. Daarom heeft een foto gemaakt met een compact camera altijd veel scherptediepte. Hoewel de fabrikanten bij compact camera’s vaak brandpuntsafstanden vermelden die zijn omgerekend naar een camera met een volformaat sensor, hebben compactcamera’s in werkelijkheid lenzen met een hele korte brandpuntsafstand. Bij systeemcamera’s zijn de verschillen kleiner. Een 18-55mm standaardobjectief op een camera met een APS-C sensor gebruik je voor dezelfde toepassingen als een 28-85 (of 24-70) mm lens op een camera met een volformaat sensor. Er staat net zo veel op de foto’s, maar de scherptediepte van de opname gemaakt met de APS-C camera is groter.
Hoe kleiner de brandpuntsafstand, des te groter de scherptediepte.
Op een foto gemaakt met een 50 mm lens op een camera met een volformaat sensor staat het onderwerp hetzelfde afgebeeld als op een foto gemaakt met een 25 mm lens op een micro-43 camera. Dat hebben we geïllustreerd in onderstaande plaatje van 4 sensor/lens combinaties die qua beeldhoek overeenkomen. Valt het je op dat de micro-43 camera een andere verhouding heeft? De meeste camera’s hebben een beeldverhouding van 2:3. Een micro-43 heeft een beeldverhouding van 4:3, waardoor je in onderstaand voorbeeld meer lucht ziet in de opname gemaakt met de micro-43 lens.

Waarom brandpuntsafstanden van lenzen op systeem camera’s worden omgerekend naar volformaat
Een 25mm lens op een camera met een volformaat sensor is een groothoek lens. Een 25 mm lens op een micro-43 camera is een standaard lens. Een 25 mm lens op een Nikon 1 camera is een korte telelens. Omdat de beeldhoek van een lens met een bepaalde brandpuntsafstand afhankelijk van de sensorgrootte een ander beeld geeft, heb je dus niet genoeg aan de brandpuntsafstand om te weten wat voor type lens het is. Het ligt voor de hand om in plaats van de brandpuntsafstand van een lens de beeldhoek te gebruiken. Want daarmee beschrijf je in 1 getal het type lens. Maar ook daar zitten nadelen aan. Weet jij welk lenstype een horizontale beeldhoek van 39° 36′ heeft? Ik zal je helpen: dit komt overeen met een diagonale beeldhoek van 46° 48′. Werken met een beeldhoek is lastiger dan werken met een brandpuntsafstand. Kies je op dezelfde camera voor een lens met een twee keer zo grote brandpuntsafstand, dan haal je het beeld twee keer naar je toe. Dat gaat helaas niet op voor de beeldhoek: die wordt niet twee keer zo klein. Het is dus aantrekkelijk om te blijven werken met een brandpuntsafstand. Bovendien zijn de meeste fotografen zo gewend om te werken met de brandpuntsafstanden van lenzen op volformaat camera’s. Daarom rekekn fotografen de brandpuntsafstanden op andere sensoren om naar het kleinbeeldequivalent (mm@ff). Om alle lenzen onafhankelijk van de sensor in te delen naar verschillende toepassingsgebieden, rekenen we ook op CameraStuffReview de brandpuntsafstanden om naar het brandpuntsequivalent op een camera met een volformaat sensor (mm@FF).Belangrijk voor binnenfotografie: Lichtsterkte
Het diafragma van een lens regelt, samen met de sluiter, de hoeveelheid licht die op de sensor komt. De grootste opening van een diafragma is een goede maat voor de lichtsterkte van een lens. Lenzen met een hoge lichtsterkte (kleiner dan f/2.8) zijn duurder om te maken, maar bieden een helder zoekerbeeld en zijn geschikt voor toepassingen Wil je een onderwerp isoleren van de achtergrond, dan is het ook verstandig om een lens met een lichtsterke lens te kopen. Bij zoomlenzen varieert de lichtsterkte soms over het zoombereik en wordt dat aangeduid met de beginwaarde en eindwaarde: f/3.5-f/5.6. Duurdere, grotere en zwaardere zoomlenzen hebben een constante lichtsterkte. Geheimtaal voor speciale glassoorten:- ASP Aspherisch glas (Panasonic, Sigma)
- APO Apochromatisch glas
- ED Low dispersion glas (Nikon, Olympus, Leica)
- FL fluoriet
- LD Low Dispersion glas (Tamron)
- UD Ultra Low Dispersion glas (Canon)

Bouwkwaliteit van een lens
De materialen die worden gebruik voor het maken van een lens, bepalen voor een belangrijk deel de bouwkwaliteit en de kostprijs van een lens. Niet iedereen heeft een lens nodig, die is gebouwd als een tank. Voor velen is een laag gewicht veel aantrekkelijker. Hetzelfde geldt voor extra afdichting tegen stof en vocht. De meerprijs voor dergelijke lenzen is alleen interessant voor fotografen die onder extreme omstandigheden moeten werken. Vroeger werden lenzen altijd voorzien van een metalen lensvatting / bajonet. Tegenwoordig zijn sommige goedkope en lichte objectieven voorzien van een kunststof lensvatting. Het is de vraag of het voor de bouwkaliteit veel uitmaakt. Bij sommige zoomlenzen loopt de zoomring zo soepel, dat na verloop van tijd de lens vanzelf uitzoomt als je hem verticaal houdt. Dat is hinderlijk, want dan blijft de lens niet staan op de brandpuntsafstand die jij hebt gekozen. Op sommige zoomlenzen zit een schakelaar, waarmee je de zoomlens tijdens transport kan vergrendelen. Nikon geheimtaal voor lenzen:- AF Eerste generatie lenzen met autofocus
- AF-D Tweede generatie AF lenzen.
- AF-S Lens met ingebouwde AF motor.
- AF-I Voorloper van AF-S
- G – Moderne Nikon AF lens, zonder diafragmaring
- Micro – zelfde type lens dat andere merken macro noemen
- PC – Nikon’s tilt-shift (‘Perspective Control’) lens
- WR –weather & shock-proof Nikon-1 lens
Autofocus

Handmatig scherpstellen
Als je handmatig scherp stelt, dan wil je dat doen met een makkelijk bereikbare, voldoende brede scherpstelring, die soepel loopt en nauwkeurig is. Sommige van de goedkopere lenzen hebben zo’n smalle scherpstelring, dat je wel mag stellen dat ze niet ontworpen zijn om handmatig scherp te stellen. Het kan wel, maar je grijpt makkelijk mis en het werkt niet prettig. De soepelheid van een scherpstelring of zoomring is moeilijk uit te drukken in een cijfer. Wel geldt in zijn algemeenheid dat de duurdere lenzen prettiger handmatig scherpstellen. De frictie van de scherpstelring is zo mooi afgesteld, dat de ring geen speling heeft, niet onbedoeld verdraait en toch heel soepel loopt. Als je inde fotospeciaalzaak vlak na elkaar een dure en een geodkope lens uitprobeert, dan merk je vast het verschil.
Verwisselbare lenzen en video
Als je video-opnames maakt, dan is het belangrijk dat de scherpstelmotor van een lens stil is. Hoe minder glas de AF-motor hoeft te verplaatsen, des te stiller en sneller die kan zijn. Daarom zijn de meeste lezen voor comapcte systeemcamera’s (Nikon 1, micro-43) zo snel en stil. Voor spiegelreflexcamera’s komen steeds meer lenzen op de markt met interne scherpstelling (IF) of een stappenmotor. Dergelijke lenzen zijn een goede keuze voor video. Er zijn een paar zoomlenzen op de markt met een motorzoom. Met deze zoomlenzen, zoals de twee Powerzooms (PZ) van Panasonic, kan je in- of uitzoomen terwijl je je camera op afstand bedient.Beeldstabilisatie
Minder ruis dankzij beeldstabilisatie: ISO 400 in plaats van ISO 3200In situaties met weinig licht kan je dankzij ingebouwde beeldstabilisatie zonder flitser of statief te gebruiken nog fotograferen zonder bang te hoeven zijn voor bewogen opnames. Soms zijn objectieven met beeldstabilisatie veel duurder dan de uitvoering zonder beeldstabilisatie. In theorie wordt een objectief ook zwaarder en groter door ingebouwde beeldstabilisatie. In de praktijk valt dat wel mee. De goedkoopste kitlenzen voor starters zijn tegenwoordig vaak voorzien van ingebouwde beeldstabilisatie. Uit onze testen blijkt dat die beeldstabilisatie heel goed zijn werk doet.

- Canon: Image Stabilisation (IS)
- Fujifilm & Samsung: Optical Image Stabilisation (OIS)
- Panasonic: Power OIS
- Nikon: Vibration Reduction (VR)
- Sony: Optical Steady Shot (OSS)
- Sigma: Optical Stabilisation (OS)
- Tamron: Vibration Compensation (VC)
3 stops winst met beeldstabilisatie: Zelfde scherpte bij 1/6 sec (met) als bij 1/50 sec (zonder)Sommige (Pentax, Samsung, Olympus en oudere Sony) camera’szijn voorzien van ingebouwde beeldstabilisatie. Met name Olympus camera’s hebben een hele goede ingebouwde beeldstabilisatie. Heb jij een dergelijke camera, dan is ingebouwde beeldstabilisatie bij het kiezen van een lens minder van belang. In alle overige gevallen – en voor de Olympus camerabezitter die mogelijk in de toekomst ooit een camera zonder ingebouwde beeldstabilisatie wil kopen – is ingebouwde beeldstabilisatie een belangrijk pluspunt. Als je de camera meetrekt in de richting van een bewegend onderwerp, dan wil je niet dat de beeldstabilisatie jouw bewuste beweging probeert te compenseren. Bij sommige lenzen wordt automatisch overgeschakeld op een andere vorm van beeldstabilisatie, waar de beweging maar in 1 richting wordt gecorrigeerd. Er zijn ook lenzen met een schakelaar voor de verschillende vormen van beeldstabilisatie.
Extra’s

- DO – Canon lens met Diffractive Optical (DO) technologie
- FE – Canon fisheye lens
- L – Canon ‘Luxury’ (“professionele”) lenzen
- TS-E – Tilt en shift lens