Een jaar of veertig geleden waren mechanisch gekoppelde objectieven nog heel normaal. Het diafragma bediende je handmatig met een ring op het objectief. Scherpstellen deed je met een brede scherpstelring die een goed ingevette schneckegang in beweging zette die de lenzen naar voren of naar achter verplaatste.
Het verschil tussen professionele objectieven en objectieven voor gewone stervelingen was veelal niet meer dan de lichtsterkte, de veronderstelde hogere beeldkwaliteit van lichtsterkere objectieven en het bijbehorende prijskaartje. Tegenwoordig zitten objectieven vol met elektronica. Het diafragma gaat open en dicht door een elektromotor die reageert op commando’s vanuit de camera. Handmatig scherpstellen doe je door aan een ring op het objectief te draaien die signalen naar de body stuurt die vervolgens weer een of meerdere motortjes in het objectief in beweging zet. Dat proces wordt vervolgens ook nog eens door sensoren in de gaten gehouden om te voorkomen dat lenzen te veel of te weinig bewegen. Ook de beeldstabilisatie vergt de nodige elektronica om een of meerdere lenselementen heen en weer te laten bewegen om trilling van de camera te compenseren. Al die handelingen vergen een goede communicatie tussen de body en het objectief, en die communicatie verloopt via contactjes op de vattingen.
Weersbestendig
Met zoveel elektronica in moderne objectieven is er niet veel nodig om de werking behoorlijk te ontregelen. Er hoeft maar een druppel water of zelfs maar wat waterdamp, stof of vet in een objectief of op de contacten terecht te komen om zelfs de duurste professionele objectieven te laten haperen. Professionele camera’s en objectieven worden daarom al geruime tijd voorzien van extra afdichtingen om stof en vocht en vuil buiten te sluiten. Voor professionals is dat logisch. Zij moeten onder alle omstandigheden presteren. Even wachten tot het weer opklaart en de regen ophoudt is niet altijd een optie. Van consumenten werd verwacht dat zij gewoon iets voorzichtiger met hun apparatuur omgingen. Die tijd lijkt voorbij. Een leuke trend is dat ook goedkopere objectieven steeds vaker extra beschermd worden. Olympus is een merk dat al heel lang aan de weg timmert met goede afdichtingen in hun camera’s en objectieven. Dat was al zo met het Four Thirds systeem en dat zetten ze voort met de Micro Four Thirds camera’s en lenzen. Dat geldt natuurlijk voor objectieven uit de Pro-serie zoals de nieuwe M.Zuiko 12-100mm f4 Pro. Maar ook buiten de Pro serie zijn er weerbestendige objectieven van Olympus. Zo is bijvoorbeeld de Olympus M.Zuiko 12-50mm 1:3.5-6.3 EZ ED afgedicht tegen vocht en vuil. Ook de slanke 60mm f/2.8 macro van Olympus kan in weer en wind worden gebruikt.
Tamron heeft dit jaar een drietal nieuwe objectieven geïntroduceerd die extra zijn afgedicht tegen de elementen. Dat de fraaie en lichtsterke SP 70-200 f/2.8 Di VC USD G2 die professionele behandeling heeft gekregen, is niet verbazingwekkend. Maar de overige twee zijn heel betaalbaar en niet per definitie bestemd voor professioneel gebruik. Het zijn de Tamron 10-24mm f/3.5-4.5 Di II VC HLD en de Tamron SP 150-600 f/5.6-6.3 Di VC USD G2. Deze objectieven beschikken zowel over fluorine coatings zodat de frontlens schoner blijft als over extra pakkingen om vocht en vuil buiten te houden. De achterzijde van deze objectieven is ook voorzien van een pakking die zorgt voor een goede afdichting tussen de vatting van het objectief en de bajonet van de camera. Het is een trend die hopelijk navolging krijgt van andere fabrikanten. Want mooie plaatjes maak je niet alleen met zonnig weer. Ook bij sneeuw of storm en aan zee of in woestijngebieden kan je de mooiste foto’s maken. En dan is het toch fijn als je je apparatuur met vertrouwen tevoorschijn kan halen.